Mathé Beijer, eigenaar van zorgadviesbureau Gezond Know How, draagt bij aan praktische, betekenisvolle transformaties in de zorg. Hij denkt dat het vorig jaar ondertekende Integraal Zorgakkoord (IZA) een goede basis kan zijn voor de noodzakelijke verbeteringen in de sector. “Maar daarvoor is veel meer nodig dan geld alleen.”
“Het is ondertussen een bekend verhaal”, begint Mathé. “De zorgsector loopt helemaal vast als we zo doorgaan. Nu geven we in Nederland 11% van het bbp uit aan collectieve zorgvoorzieningen. Het CPB raamt dat dat in 2060 circa 18% zal zijn. De wachtlijsten worden langer en het personeel is nu al niet aan te slepen.”
“Wouter Bos, bestuurder bij Menzis, zei het laatst heel helder: ‘We gaan die extra mensen niet vinden, ze zijn er niet en we krijgen ze ook niet.’ We moeten de zorg daarom anders gaan organiseren, zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. Gezond Know How draagt bij aan die complexe transitie, aan verbinding tussen veldpartijen in plaats van versnippering.”
Een idee is nog geen oplossing
In het IZA wordt de nadruk gelegd op de noodzaak tot samenwerking. Tussen zorgverzekeraars, zorgprofessionals, patiëntenorganisaties en gemeenten.
Mathé: “Individuele organisaties zijn nu dus aan zet om tot netwerkzorg te komen. We weten heel goed dat er in het veld heel veel ideeën leven om die samenwerking te verbeteren. Maar dat krijgt niet van vandaag op morgen vorm. Het is belangrijk om de politiek-bestuurlijke ambitie van het IZA te vertalen naar de concrete projectvoorstellen.”
Een belangrijk ambitie in het IZA is het organiseren van zorg dichtbij en digitaal waar het kan, terwijl specialistische zorg steeds meer moet worden geconcentreerd in gespecialiseerde ziekenhuizen. Bovendien is er in het IZA veel aandacht voor gestandaardiseerde gegevensuitwisseling en efficiënt gebruik van digitale innovaties om met minder zorgverleners te voldoen aan de onvermijdelijk groeiende zorgvraag.
Mathé: “We zijn ons ervan bewust dat deze transformaties vaak heel complex zijn. Om veelbelovende ideeën om te kunnen zetten in concrete oplossingen is vaak veel ervaring en expertise nodig.”
De uitdagingen liggen volgens Mathé niet alleen in de zorgpraktijk, maar ook in de organisatie van het sociaal domein. “Het klinkt zo simpel, voorkomen is beter dan genezen, maar de integrale leefstijlinterventie heeft nog steeds niet de plek in het stelsel die het zou moeten hebben. Welzijnsorganisaties, gemeenten, het onderwijs, maar ook de industrie moeten onderdeel worden gemaakt van de oplossing.”
Dergelijke samenwerkingsverbanden, landelijk maar ook regionaal, vereisen volgens Mathé nieuwe vormen van bekostiging en experimenten, maar ook een accentverschuivingen in monitoring en toezicht.
Geen succes zonder ervaring
Of het project nu regionale samenwerking moet bevorderen of moet leiden tot beter passende waardegedreven zorg, deskundige projectleiding is cruciaal, zegt Mathé.
“We hebben de meest veelbelovende projecten zien sneuvelen omdat vooraf niet duidelijk inzage is gecreëerd in wat het van partijen zal vragen. Deskundige projectleiding is cruciaal, maar het is minstens zo belangrijk dat alle partijen vanaf het begin goed weten wat er van hen verwacht wordt. Dat voorkomt teleurstellingen achteraf.”
Samenwerking op papier én in de praktijk
Binnen het IZA zijn ruimschoots financiële middelen beschikbaar om projecten van de grond te tillen, maar daarmee is zo’n project nog geen succes. De experts van Gezond Know How houden bij projecten voortdurend de verbinding in het oog tussen de doelstelling van het IZA en het projectvoorstel. Mathé: “We dringen eerst door tot de kern van het concrete probleem en zorgen dat de praktische oplossing ervan helder in beeld komt.”
“Het project valt of staat bij de verbinding tussen partners”, geeft hij aan. “Partijen investeren vaak te weinig in de onderlinge communicatie, in echte samenwerking. Veldpartijen kunnen niet opereren op een eiland. Samenwerking is altijd het uitgangspunt van onze aanpak.”
“Gezond Know How heeft niet alleen expertise en ervaring met samenwerkingsprojecten tussen ketenpartners, we beschikken ook over een breed netwerk van ervaringsdeskundigen, bij zorgverzekeraars, bij VWS, ZIN en NZa, maar ook bij zorgaanbieders en gemeenten. Dat netwerk is noodzakelijk om tot succes te komen.”
Vijf voor twaalf?
Politiek en veldpartijen zeggen al decennia dat de zorgvraag onverantwoord hard stijgt. Mathé: “Als we geen maatregelen nemen, dan gaat de wal het schip keren, met hele vervelende effecten tot gevolg. Iedereen heeft met de totstandkoming van het IZA laten zien dat het nu echt menens is. Laten we de mogelijkheden die dit akkoord biedt met beide handen vastgrijpen en de transitie nu daadwerkelijk vormgeven.”
“Het is misschien vijf voor twaalf”, beaamt hij, “maar alle seinen voor een succesvolle transitie staan op groen.”